TopLezers - Demo handleiding

4. Materialen

4.1 Leeswerkschrift

Elk thema bevat een eigen leeswerkschrift, dat betekent dat er voor een schooljaar zes leeswerkschriften worden gebruikt. In elk leeswerkschrift staan drie lessen met een vaste opbouw:

Vooruit- en terugkijken Aan het begin en aan het eind van elke les wordt er met de kinderen gekeken naar onderdelen op deze pagina. • Wat ga je leren? Voorafgaand aan elke les bekijken ze de leesdoelen, en na afloop van elke les vinken ze af welke doelen behaald zijn. • Hoe ga je deze tekst lezen? Hier vinken de kinderen af welke leeshoudingen (‘Hoe ga je deze tekst lezen’) er aansluiten bij de leesdoelen. Dit is er tenminste één per les. Op de pagina ‘Oh, zit dat zo?! – Leeshoudingen’ kunnen de kinderen lezen wat elke leeshouding inhoudt • Strategie Elke les staan strategieën centraal die aansluiten bij de oefeningen die de kinderen gaan doen. Met behulp van de zes karakters komen de leesstrategieën tot leven en spreekt de strategie meer tot de verbeelding. • Mijn woorden Gedurende de les en het lezen van de tekst komen de kinderen erachter dat ze bepaalde woor- den nog niet kennen. Deze woorden kunnen de kinderen in dit vak opschrijven. De betekenis kunnen ze op een later moment opzoeken of navragen en erachter schrijven. Op de rechterpagina staan steeds andere activiteiten die kinderen helpen bij het activeren van de voorkennis over het onderwerp (Woordweb), het onderwerp te bekijken vanuit hun eigen perspectief (TopLijstje) of het behandelen van moeilijke woorden uit de tekst. Leestekst TopLezers maakt gebruik van bestaande teksten uit kinderboeken. Niet de volledige teksten worden gebruikt, maar uit elk boek zijn teksten en afbeeldingen geselecteerd. In het leeswerkschrift staan de tekstfragmenten en bijhorende illustraties die gebruikt worden tijdens de les. Opdrachten TopLezers wordt gegeven vanuit een leerkracht sturende rol, omdat strategieën worden aangeleerd en ingeoefend middels modeling en scaffolding. In paragraaf 2.2 (Didactische aanpakken) is te lezen dat we hierbij gebruikmaken van de fasen van GRRIM, waarbij de leerkracht een leidende rol speelt in de IK- en WIJ-fase, en dat later de kinderen in de JULLIE- en IK- fase de strategieën zelfstandig leren toepassen. Dit doen ze met behulp van de opdrachten in het leeswerkschrift.

33