TopLezers - Demo handleiding

Leeswerkschrift Naam:

Bijzondere bruggen

Strategie

Verbinden

Samenvatten

Denk aan Kim Ketting. Zij verbindt de schakels van de ketting met een slot.

Denk aan Zita Zeef. Met de zeef houdt zij het belangrijkste vast.

Vooruit- en terugkijken

Wat ga je leren?

Hoe ga je deze tekst lezen?

Welke woorden ken je al?

Je maakt kennis met technieken die gebruikt worden bij het bouwen van bruggen. Je leert een aantal termen die bij bruggen horen. Je ontdekt verschillende soorten bruggen. Je maakt kennis met zeven bruggen. Je leert over de Golden Gate brug.

Welk woord hoort bij welke foto? Trek de lijnen.

Globaal lezen Zoekend lezen Precies lezen Studerend lezen Lezen voor je plezier e

het gietijzer

het staal

de lastechniek

Lees bij ‘Oh, zit dat zo?!’ alles over leeshoudingen.

het kalksteen

het cement

het viaduct

S

E R

L E Z

B

A

C

Mijn woorden

Thema 11 Techniek en wetenschap • Groep 5/6

Schrijf hier de woorden die je wilt onthouden. Schrij

f de betekenis erachter.

D

F

E

24

25

bron 2

In het leeswerkschrift staan de teksten en illustraties uit de kinderboeken.

1

4

3

2

5

bron 1

Uit: Ingenieurs ontwerpen bruggen, Sally Spray

27

26

Zoekend lezen Pas de leeshouding zoekend lezen toe bij opdracht 1b. Doe het zo: 1. Kies een woord. 2. Speur met je vinger langs de tekst. 3. Woord gevonden? Lees de zin precies. 4. Is dit wat je wilde weten? Zo nee, zoek verder.

1

Interessante bronnen a Kijk goed naar bron 1. Wat voor soort bron is het? Omcirkel.

c Bekijk bron 2. Welke brug spreekt je het meest aan?

Waarom?

A. B. C. D.

Een illustratie Een schema

Een tijdlijn Een grafiek

2

Verwijswoorden Lees de alinea en zoek het verwijswoord. Zet een streep onder het verwijswoord. Volg dan het stappenplan.

Stappenplan voor verwijswoorden 1. Lees de zin met het verwijswoord met aandacht.

b Lees de alinea’s met de nummers 1 tot en met 5. Kijk ook goed naar bron 1. Maak de vragen. Stond het antwoord in een alinea en/of in bron 1? Kruis het aan.

Met behulp van de opdrachten oefenen kinderen met de leesstrategieën.

2. Lees de zin erboven.

Vraag 1

Vraag 2

3. Vraag jezelf af naar wie of wat het verwijswoord wijst.

Hoelang is de Iron Bridge?

Welke brug is ongeveer 185 meter lang?

Meer weten over verwijswoorden? Lees het geheugensteuntje bij ‘Oh, zit dat zo?!’.

a Zoek ‘hij’ in alinea 1. ‘Hij’ verwijst naar:

Het antwoord stond in: Alinea nr. ..... Bron 1

Het antwoord stond in: Alinea nr. ..... Bron 1

b Zoek ‘Ze’ in alinea 3. ‘Ze’ verwijst naar:

Vraag 3

Vraag 4

c Zoek ‘deze’ in alinea 4. ‘Deze’ verwijst naar:

Wat voor een soort brug is de Anji brug in China?

Welke brug is korter dan de Iron Bridge?

d Zoek ‘Hij’ in alinea 5. ‘Hij’ verwijst naar:

Het antwoord stond in: Alinea nr. ..... Bron 1

Het antwoord stond in: Alinea nr. ..... Bron 1

Vraag 5

Wat voor een soort brug is het viaduct van Garabit?

Hier ben je aan het verbinden. Je verbindt de bron aan de tekst zodat je de tekst goed begrijpt.

Het antwoord stond in: Alinea nr. ..... Bron 1

28

29

32

Made with FlippingBook - Online catalogs